
Onthardingshuiswerk
voor de Vlaamse regering
Wat staat ons de komende vijf jaar te wachten op het vlak van ontharding? Met een kritisch oog bekeken we het regeerakkoord 2024-2029. We geven de nieuwe Vlaamse regering drie belangrijke werkpunten mee als huiswerk.
24 oktober 2024
Verharding vermijden is minstens even belangrijk als ontharden. Veel gemeenten hebben ambities om hun bedreigde landbouw-, bos-, en natuurgronden voor altijd te beschermen tegen bebouwing, maar zijn aan handen en voeten gebonden door de Vlaamse regelgeving. Wordt Jo Brouns de minister die na vier termijnen van visievorming en aankondigingen eindelijk het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen afwerkt? Samen met ambitieuze gemeenten en open ruimte partners kijken we uit naar beleidskaders en een betaalbare planschaderegeling, twee noodzakelijke ingrediënten voor de bouwshift a.k.a. betonstop.
Voor een geloofwaardig onthardingsbeleid moet bijkomende verharding gecompenseerd worden. Dat was de hoofdboodschap van het Betonrapport dat Breekijzer samen met Natuurpunt begin 2024 uitbracht. In het regeerakkoord staat dat Vlaanderen ‘zelf het goede voorbeeld geeft door bij eigen projecten zo veel mogelijk verharding te compenseren.’ Dit is natuurlijk ruimschoots onvoldoende om de beleidsambities te halen, maar het is een belangrijke eerste stap richting een omvattend compensatiemechanisme waarbij voor 1 vierkante meter extra verharding, er elders -maar bij voorkeur lokaal- 2 vierkante meter verdwijnt.
De Blue Deal was de voorbije legislatuur een belangrijke aanjager van ambitieuze projecten die verder gingen dan simpelweg het verwijderen van overmaatse asfalt of beton. Extreem weer wordt jaar na jaar meer het nieuwe normaal, en Vlaanderen is hier amper tegen beschermd. Daarom is het onbegrijpelijk dat de Vlaamse regering de budgetten voor de Blue Deal afbouwt. Samen met onze partners uit de Watercoalitie schreven we een opiniestuk in Knack over deze onverantwoorde beleidskeuze.